Groeien
Van mijn ouders leerde ik om nooit tevreden te zijn met hoe ik was en altijd te streven naar de volmaaktheid: naar iets wat ik niet was, maar had moeten zijn. Tegelijk werd degene die ik wel was, afgekraakt omdat hij zogenaamd niet deugde. Door schade en schande ontdekte ik later dat er niets uit mij kon groeien tenzij vanuit degene die niet deugde.
Want degene die ik had willen zijn of had moeten zijn, heeft nooit bestaan. Wie ik ben, bestaat. Als er ooit iets uit mij groeit of is gegroeid, dan is dat vanuit degene die WEL bestaat. Uit wat niet bestaat is nog nooit iets ontstaan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten